Nieuws
15.11.2021

Nieuws over het Transparantieregister: ACTIEVE RAPPORTAGEVERPLICHTING VOOR IN DE PRAKTIJK ALLE ONDERNEMINGEN (behalve GbR)

Sinds 1 oktober 2017 iselke GmbH, SE, AG, KGaA, KG, OHG en partnerschap, als privaatrechtelijke rechtspersoon of geregistreerd partnerschap, verplicht om persoonsgegevens over haar uiteindelijke begunstigden te verkrijgen en te bewaren, deze actueel te houden en onverwijld aan de registerhouder te melden voor inschrijving in het transparantieregister. Hetzelfde geldt dienovereenkomstig voor alle stichtingen, trusts en vergelijkbare juridische structuren met rechtsbevoegdheid en, onder bepaalde omstandigheden, ook zonder rechtsbevoegdheid (zie ook artikel 21 van de AMLA).

Het Bundesverwaltungsamt, de bevoegde toezichthoudende autoriteit, zal elke inbreuk op deze meldingsplicht bestraffen met boetes, die soms streng zijn en afhangen van de omzet. De Federale Administratieve Dienst moet definitieve maatregelen en niet-betwistbare boetebesluiten gedurende vijf jaar op een "zwarte lijst" op zijn website publiceren, met vermelding van de betrokken ondernemingen en de gepleegde inbreuk(BVA - Bußgeldentscheidungen (bund.de)).

Wat is er nieuw?

Met de wet van 25.06.2021 heeft de wetgever het transparantieregister met ingang van 01.08.2021 - opnieuw - strenger gemaakt.

Met name het transparantieregister is een "volledig register" geworden:

Dit betekent dat de zogeheten "kennisgevingsfictie" die voorheen in de oude versie van artikel 20, lid 2, eerste zin, van de Witwaswet (GwG) was verankerd , is afgeschaft zonder dat daarvoor vervanging is gekomen. Het deponeren van bepaalde documenten, die in digitale vorm uit de registers kunnen worden opgevraagd, in bepaalde voor het publiek toegankelijke registers en de daarin aangebrachte vermeldingen hebben niet langer tot gevolg dat in die gevallen aan de verplichting tot kennisgeving aan het transparantieregister wordt geacht te zijn voldaan. Zo kan bijvoorbeeld de deponering van een digitaal opvraagbare lijst van GmbH-aandeelhouders bij het bevoegde handelsregister, evenals de inschrijving van alle GmbH-bestuurders in het handelsregister, er niet meer toe leiden dat de meldingsplicht van de GmbH wordt geacht te zijn vervuld.
Volgens deze wetswijziging moeten alle uiteindelijke begunstigden van een vennootschap uitsluitend in het transparantieregister worden vermeld als een zogenaamd volledig register.

Welke gevolgen heeft dit voor jou?

Bijgevolg moet elke vereniging die overeenkomstig artikel 20, lid 1, van de GwG onderworpen is aan de meldingsplicht, haar uiteindelijke begunstigden nu verplicht actief aan het transparantieregister melden. Enerzijds heeft dit gevolgen voor de gevallen waarin natuurlijke personen als werkelijke uiteindelijk gerechtigden moeten worden opgegeven. Anderzijds gaat het ook om gevallen waarin de wettelijke vertegenwoordigers van de vereniging (bv. de bestuurders van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of de beherende vennoten van een commanditaire vennootschap) als zogenaamde fictieve uiteindelijke begunstigden moeten worden beschouwd en als zodanig moeten worden aangemeld indien de werkelijke uiteindelijke begunstigden ontbreken of niet kunnen worden achterhaald.

Mogelijke tussenliggende overgangsperioden

In artikel 59, lid 8, van de nieuwe versie van de AMLA zijn echter overgangsperioden vastgesteld voor de nakoming van de nieuwe meldingsplicht. Deze eind

1. in het geval van naamloze vennootschappen, SE's, commanditaire vennootschappen op aandelen:
op 31 maart 2022,

2. in het geval van kapitaalvennootschappen, coöperaties, Europese coöperaties of personenvennootschappen:
op 30 juni 2022,

3. in alle andere gevallen, met inbegrip van commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma:
op 31 december 2022.

Deze overgangsperioden gelden echter alleen voor de meldingsplichtige verenigingen waarvan de meldingsplicht op 31 juli 2021 geacht werd te zijn vervuld als gevolg van de in de vorige versie van artikel 20, lid 2, GWG verankerde meldingsfictie. De verenigingen die reeds vóór 01.08.2021 actief meldingsplichtig waren, kunnen geen beroep doen op de overgangsperioden en blijven dus in gebreke.

Wat moet er gedaan worden?

Wij bevelen aan de meldingsplicht aan het transparantieregister (opnieuw) te bezien om na te gaan of de actieve meldingsplicht nu opnieuw is ingevoerd dan wel is gegeven wegens de opheffing van de meldingsfictie.

Indien er tot dusver geen meldingen aan het Transparantieregister zijn gedaan, bevelen wij dringend aan dit zo spoedig mogelijk te controleren en zo spoedig mogelijk de nodige meldingen te doen.

Uit de huidige praktijk blijkt dat bij gebrek aan meldingen aan het transparantieregister, met name banken en andere contractuele partners nu steeds vaker discrepanties melden aan de registeradministratie (in geanonimiseerde vorm), overeenkomstig hun in artikel 23a van de AMLA verankerde meldingsplicht. Vervolgens wordt automatisch een uiterst vervelende, tijdrovende en mogelijkerwijs uiteindelijk tot een boete leidende procedure, de zogenaamde "discrepantieprocedure", ingeleid door het bureau dat het register bijhoudt. Wegens de extra tijd die de behandeling van een dergelijke procedure in beslag neemt, moet de inleiding van een dergelijke procedure ten koste van alles worden vermeden.

Wij zullen u graag bijstaan in zaken betreffende het transparantieregister. Als u nog vragen hebt, kunt u contact met ons opnemen.