Nieuws
08.12.2022

Mandanteninformation - Die Inflationsausgleichsprämie – Alles kann, nichts muss? - Hinweise zur Ausgestaltung der Prämie in der Praxis

De Duitse wetgever heeft besloten dat over de uitkeringen noch belasting noch sociale premies worden geheven. Graag lichten wij toe wat dit voor u betekent:

Inflatiecompensatie in de praktijk – alles kan, niets moet?

De consumentenprijzen stijgen wereldwijd. Vooral de energieprijzen liggen op het hoogste niveau in decennia. Als reactie hierop is per 1 oktober 2022 de wet betreffende de tijdelijke verlaging van het btw-tarief op gasleveringen via het aardgasnet in Duitsland in werking getreden die onder meer voorziet in een zogenoemde bonus voor de inflatiecompensatie. Volgens deze wet kunnen bedrijven hun medewerkers onder bepaalde voorwaarden vrijwillig een bedrag tot maximaal € 3.000 toekennen waarover geen belasting en sociale premies verschuldigd zijn. Het doel van die bonus is de lasten voor de werknemers te verlichten als gevolg van de stijging van de gasprijzen.

1. De „key facts“ van de wettelijke regeling

Door deze inflatiecompensatie kunnen ondernemers een bedrag tot maximaal € 3.000 per werknemer over meerdere jaren uitbetalen zonder dat hierover sociale premies of belasting hoeft te worden betaald. Het bedrag kan in delen over meerdere maanden tot uiterlijk 31 december 2024 worden betaald. De compensatie kan als bonus of in natura (bijvoorbeeld tanktegoed, voordeelprogramma's) worden toegekend. De betaling moet in elk geval een aanvulling op het te betalen salaris zijn.

2. Vrijwillige betaling

De betaling gebeurt vrijwillig. Daarom kunt u als werkgever in principe zelf beslissen of aan wie en, indien ja, welk bedrag u als inflatiecompensatie wilt betalen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden.

a) Geen „inruil“ voor andere beloningen

Het bedrag moet bovenop het salaris worden betaald. Een verrekening of “herbestemming” van andere reeds bestaande beloningsaanspraken (op grond van een bedrijfsakkoord, gewoonterecht, een algemene verbintenis of een cao, bijvoorbeeld kerstbonus of vakantiegeld) is dus niet mogelijk. Het bedrag moet bovenop komen. Al het andere zou in strijd zijn met het genoemde doel van de bonus, namelijk de lastenverlichting voor werknemers.

In principe is het mogelijk om de inflatiecompensatie in plaats van een andere vrijwillige betaling, zoals de kerstbonus, toe te kennen. In dat geval moet echter nauwkeurig worden nagegaan of er daadwerkelijk (nog) sprake is van een vrijwillige prestatie dan wel of de werknemer reeds recht heeft op de bonus omdat deze herhaaldelijk is betaald.

Indien u in strijd met dit beginsel handelt, kan het niet alleen gebeuren dat u het bedrag twee keer moet betalen, maar kan dit ook leiden tot een naheffing.

b) Beginsel van gelijke behandeling

Hoewel de betaling in principe vrijwillig gebeurt, moeten werkgevers ook rekening

houden met het beginsel van gelijke behandeling: werkgevers mogen bij het toekennen van voordelen aan werknemers niemand om willekeurige redenen slechter behandelen dan andere vergelijkbare werknemers. Dit geldt zonder uitzonderingen ook voor vrijwillige prestaties, zoals de inflatiecompensatie.

Indien alleen bepaalde medewerkers de compensatie ontvangen of verschillende bedragen aan de medewerkers worden uitbetaald, moet er dus sprake zijn van objectieve redenen. Zo kunnen bedrijven bijvoorbeeld een onderscheid op basis van de hoogte van het salaris maken en mogen zij groepen werknemers met een lager salaris een hogere bonus betalen. Ook kunnen er andere sociale factoren in aanmerking worden genomen (zoals kosten voor het levensonderhoud van kinderen). Een prestatiebeloning kan – gezien de doelstelling van de bonus – echter problematisch zijn.

Maar opgelet: indien het beginsel van gelijke behandeling wordt geschonden, leidt dit tot een “aanpassing naar boven”. De – ten onrechte – van de compensatie uitgesloten medewerkers kunnen hier eveneens aanspraak op maken.

3. Gewoonterecht

Indien een vrijwillige bonus herhaaldelijk door de werkgever wordt toegekend, kan dit volgens de rechtspraak tot gevolg hebben dat de werknemer een (blijvend) recht op die bonus heeft. In Duitsland noemen wij dit “betriebliche Übung”. Er is dus sprake van een gewoonterecht. Om dit te voorkomen raden wij cliënten aan om een schriftelijke overeenkomst over de betaling van de compensatie te sluiten. In deze overeenkomst moet de reden voor de betaling worden vermeld en moet het eenmalige en vooral ook vrijwillige karakter worden benadrukt. Ook op de salarisstrook moet de juiste term „Inflationsausgleichsprämie“ (bonus voor de inflatiecompensatie) worden genoemd.

4. Waarmee moet u als werkgever bij de betaling rekening houden?

  • Doel van de betaling vermelden: Bij de toekenning van de bonus, bijvoorbeeld op de salarisstrook, moet u uitdrukkelijk aangeven dat het een bonus voor de inflatiecompensatie is en de betaling verband houdt met de huidige prijsstijging.
  • Vrijwillig karakter benadrukken: Bovendien moet u duidelijk vermelden dat het om een vrijwillige betaling van uw kant gaat en dat werknemers zelfs bij een herhaaldelijke betaling geen recht op deze betaling in de toekomst hebben.
  • Salaris en bonus afzonderlijk aangeven: Het salaris en de bonus moeten op de salarisstrook afzonderlijk worden aangegeven.
  • Onderscheid tussen groepen werknemers maken: Indien bepaalde werknemers of groepen werknemers geen inflatiecompensatie ontvangen, moet er sprake zijn van een objectieve reden.
  • Overleg met ondernemingsraad: Indien het bedrijf een ondernemingsraad heeft, heeft deze medezeggenschap bij het bepalen van de criteria voor de verdeling van de inflatiecompensatie (zie § 87, lid 1, punt 10, van de Betriebsverfassungsgesetz, wet op ondernemingsraden).

Wij beantwoorden graag al uw verdere vragen en kunnen u bij de omzetting van de regels binnen uw onderneming adviseren.